Het blijkt dat het eten van vlees en dierlijke eiwitten en vetten( dat gaat altijd samen) een heel duidelijk verband hebben met, en zelfs genoemd kunnen worden als de oorzaak van het ontstaan van diabetes, kanker, hart en vaat ziekten, overgewicht en alzheimer, om maar een paar ernstige ziektes te noemen.
Eerder ziek door dierlijk voedsel
De kans op zoektes kan met meer dan 50% ( in sommige gevallen met meer dan 90%) verlaagd worden wanneer er geen dierlijke eiwitten meer gegeten worden.
Er zijn 2 factoren, eiwit en dierlijk voedsel.
We hebben het idee dat veel eiwitten eten gezond is en dat het de groei van spierweefsel bevordert, het is echter niet waar.
Eiwitten bestaan uit een keten van aminozuren. Wanneer we eiwitten eten, worden deze in de maag in hun afzonderlijke aminozuren afgebroken. Het lichaam gebruikt deze aminozuren vervolgens weer om de eiwitten te maken die het nodig heeft.
Eiwitten bevatten een stikstof verbinding die bij de vertering in de darmen giftige stoffen tot gevolg heeft. Deze moeten zo snel mogelijk het lichaam uit. Daarom hebben vleesetende dieren, korte darmen waardoor deze afvalstoffen snel uit het lichaam verwijderd kunnen worden. Wij mensen hebben darmen waardoor deze stoffen lang in ons lichaam blijven en voor een deel zelfs opgenomen worden in het lichaam. Zo vergiftigen we onszelf.
“De noodzaak van eiwitten”
Dierlijke eiwitten bevatten maar heel weinig voedingsstoffen en geen vezels. Doordat het geen vezels bevat wordt de darmwerking vertraagd. Ook bevat dierlijk eiwit geen antioxidanten die neutraliserend zijn voor vrije radicalen en gifstoffen.
De propaganda is dat dierlijk eiwit nodig is omdat planten niet alle aminozuren zouden bevatten. Dit is echter onzin, een variatie aan verschillende planten, levert het lichaam alle aminozuren die het nodig heeft. Bijvoorbeeld de combinatie van rijst en bonen bevat alle aminozuren die er nodig zijn.
Elke plant bevat een aantal aminozuren en daarom is een combinatie van planten voldoende om alle aminozuren binnen te krijgen.
Kracht en uithoudingsvermogen door plantaardig voedsel.
Voor spieropbouw is geen dierlijk voedsel als vlees noodzakelijk. In de natuur zijn de grootste dieren, olifanten, neushoorns, buffels, veel walvissen en de dieren met het meeste uithoudingsvermogen en kracht allemaal planteneters. Veelal eten ze bladeren of gras dat niet meer dan 1 % eiwit bevat.
Daarbij komt dat het lichaam de eiwitten die het niet meer nodig heeft, zoals van oude cellen die vervangen worden door nieuwe, hergebruikt door ze weer af te breken in hun afzonderlijke eiwitten en deze vervolgens te gebruiken om weer nieuwe eiwitten van te maken die het nodig heeft voor de nieuwe cellen of andere processen.
De giftige afvalstoffen die in de darmen ontstaan bij de verwerking van de verteerde eiwitten , te samen met de overdaad aan dierlijke vetten zorgen voor een verzuring van de darmen en het lichaam.
Darmen de fabriek voor hormonen en neurotransmitters
In de darmen is er een brede variatie aan enzymen die enerzijds het voedsel verteren, anderzijds nieuwe stoffen aan maken zoals neurotransmitters en hormonen. De darmen zijn de belangrijkste leverancier van de stoffen die het functioneren van het lichaam reguleren. Een verandering van voedsel, leidt tot een verandering van de samenstelling van deze enzym voorraad en daarmee van een verandering van de mogelijkheid bepaalde hormonen of neurotransmitters te produceren.
De darmen zijn de belangrijkste producent van oa neurotransmitters( de stoffen die de werking van het hersenen reguleren) en hormonen. Dat betekent dat een verzuring en de aanwezigheid van giftige afvalstoffen het functioneren van de darm en daarmee de productie van deze voor het lichaam zo essentiële stoffen, vermindert.
Dus een verandering van de enzymen in de darmen hebben een direct effect op de toestand van het lichaam en zelfs op het functioneren van de hersenen omdat ze bepalen hoe effectief de neurotransmitters geproduceerd kunnen worden.
Het gezegde, ‘ je bent wat je eet’ , is vooral , ‘ je wordt bepaald door wat je eet’, dat blijkt wel uit alle onderzoeken die aantonen dan hart en vaat ziekten, kanker, diabetisch maar ook Alzheimer, voor een groot deel bepaald worden door levensstijl en voeding.
De ‘ keuze’ is aan ieder individu, niet alleen ziektes maar ook levensduur en natuurlijk levens kwaliteit worden bepaald door gezondheid en die wordt weer voor een groot deel bepaald door voeding en levensstijl.